
Richtlijnen om vast voedsel te introduceren
Het is belangrijk om de ontwikkeling van je baby en de signalen die hij geeft goed in de gaten te houden. Naarmate de zelfvoedingsvaardigheden van je baby verbeteren, kun je stap voor stap steviger voedsel introduceren. Om je te ondersteunen bij deze belangrijke stap, vind je hieronder richtlijnen voor het veilig introduceren van vast voedsel aan je baby. Deze richtlijnen heb ik zelf samengesteld omdat ze een duidelijk overzicht bieden van belangrijke aspecten die het proces van het introduceren van vast voedsel kunnen vergemakkelijken. Ze vormen een praktische samenvatting van een aantal belangrijke principes die door het boek heen aan bod komen en bieden een basis die goed aansluit bij de Rapley-methode.

Vermijd kruimelig voedsel zoals droge crackers en hard voedsel dat gemakkelijk in stukken breekt. Dit soort voeding kan verstikkingsgevaar opleveren.

Voedsel moet zacht en mals zijn, zodat het gemakkelijk tussen duim en wijsvinger kan worden geprakt. Dit verkleint de kans op verstikking. Let ook wel op de ‘kleverigheid’ hiervan.

Snijd voedsel in ‘vingergrote stukken’ van ongeveer 1 à 2 cm breed en 8 cm lang.. Dit helpt bij het zelfstandig eten met een palmgreep.
Let op: gebruik nooit je eigen vingers of die van een ander om eten
in de mond van de baby te stoppen.

Bij een pincetgreep (vanaf acht à negen maanden) bied je klein, makkelijk te pureren voedsel ter grootte van een kikker- erwt aan (als je baby hiervoor klaar is). Houd rekening met de textuur en vorm van het voedsel. Het voedsel moet zacht zijn en geen ronde vormen hebben. De verwijzing naar de grootte van een kikkererwt die vaak wordt gemaakt is slechts illustratief, aangezien kikkererwten zelf vaak heel klein zijn, wat een stikkingsgevaar kan opleveren.
Raadpleeg de referentietabel hieronder voor de juiste groottes om veilig te introduceren. Deze kan je eventueel uitprinten als referentie.

Gepureerd voedsel is toegestaan, maar probeer het te variëren met verschillende smaken en texturen. Het gaat erom dat je niet
alleen maar puree aanbiedt.

Als bepaald voedsel veel kokhalzen veroorzaakt of je je zorgen maakt, sla het dan over en probeer het later opnieuw.

Bied kleine hoeveelheden voedsel aan en controleer regelmatig of er voedsel in de wangen van je baby is blijven zitten. Baby’s
stoppen soms voedsel in hun wangen om het later weer uit te spugen of om er later pas verder op te kauwen. Het is een goed idee om na de maaltijd te controleren of dit is gebeurd voordat je baby begint te spelen of je hem neerlegt voor een dutje. Als je baby niet luistert, herinner je dan het volgende: baby’s hebben de neiging tot kopieergedrag. Open je mond en vraag haar om jou na te doen. Gebruik water om eventueel achtergebleven voedsel weg te spoelen.

Gebruik een kleine open drinkbeker voor water tijdens maaltijden.
Vermijd vruchtensap voor baby’s onder de 1 jaar.

Laat je baby nooit alleen met eten en stop geen voedsel in de mond van je baby om het verstikkingsrisico te minimaliseren.

Laat je baby rechtop zitten in een kinderstoel met de heupen en knieën in een hoek van 90 graden. Gebruik een kinderstoel met een voetensteun en maak de veiligheidsbanden vast. Vooraf uittesten van ‘snel losmaken’ voor noodsituaties is aangeraden, als deze stoel nieuw is in gebruik.

Haast je baby niet tijdens het eten en laat hem het tempo bepalen. Zorg ervoor dat je baby niet wordt afgeleid. Net als volwassenen, die soms hoesten wanneer ze lachen tijdens het eten van een koekje, kunnen baby’s hetzelfde ervaren. Zet daarom altijd de televisie uit tijdens de maaltijd. Hetzelfde geldt voor een tablet
en/of smartphone.

Voedsel moet lauw aanvoelen. Vermijd te heet voedsel.