
De eerste hap: leren kauwen
De eerste hap: leren kauwen
Een veelvoorkomende mythe die ik tegenkwam tijdens mijn onderzoek over borstvoeding is de bewering dat moedermelk na zes maanden zijn voedingswaarde verliest. Dit zou betekenen dat je baby vanaf die leeftijd meteen over moet stappen op vast voedsel. Maar dat is niet het geval! Moedermelk blijft, ongeacht de leeftijd van je baby, een geweldige bron van voeding. Wat wel verandert, is de hoeveelheid voedingsstoffen die je baby nodig heeft naarmate hij ouder wordt. Gedurende de zwangerschap bouwt je baby een voorraad voedingsstoffen op, die via de borstvoeding wordt aangevuld. Hoewel moedermelk lang de belangrijkste bron van voeding blijft, neemt het ijzergehalte vanaf zes maanden af. Daarom is het belangrijk om naast borstvoeding ook vast voedsel in te voeren. Dit betekent niet dat je baby zonder ijzer komt te zitten – het betekent dat je baby zijn voorraad begint aan te vullen met voedingsstoffen uit andere bronnen.
Naast de voedingswaarde is de ontwikkeling van je baby zelf ook een belangrijke factor. Vanaf zes maanden begint je baby zich voor te bereiden op het eten van vast voedsel, wat niet alleen gaat om het leren slikken, maar vooral om het leren kauwen. Kauwen is essentieel voor de ontwikkeling van de mond- en kaakspieren, en deze vaardigheid komt in een natuurlijk tempo. Zelfs als je baby nog geen tandjes heeft, kan hij al beginnen met het verwerken van zachte stukjes voedsel. Het tandvlees is namelijk al sterk genoeg om te kauwen, net zoals opa of oma zonder tanden prima kunnen bijten en kauwen. Het aanbieden van voedsel in verschillende texturen kan hierbij helpen, omdat je baby hierdoor meer ervaring opdoet in het verwerken van verschillende soorten voedsel.
Je baby leert het meeste door het zelf te proberen en te oefenen, dus het is belangrijk om hem de ruimte te geven om dit te ontdekken. De eerste hap van je baby is niet alleen een belangrijke stap in zijn fysieke ontwikkeling, maar ook een mijlpaal in jullie gezamenlijke ontdekkingstocht van nieuwe smaken en texturen. Het is een moment om van te genieten en te zien hoe je baby zich met iedere hap verder ontwikkelt.
De loslaatbenadering: niet geven, maar aangeven
Een van de belangrijkste principes van de Rapley-methode is de ‘loslaatbenadering’. Dit betekent niet actief voeden, maar het eten aangeven en je baby zelf de ruimte geven om te ontdekken wat hij ermee doet. Als ouder zorg je ervoor dat je baby veilig zit en het juiste eten heeft, maar verder laat je het aan je baby over om te beslissen wat hij ermee doet. Je legt het voedsel voor hem neer en laat hem in zijn eigen tempo onderzoeken of hij het oppakt, hoe hij het vasthoudt, en of hij het daadwerkelijk in zijn mond stopt.
Dit proces kan wat rommelig zijn. Je baby zal misschien veel met zijn eten spelen, eten op de grond laten vallen, of zelfs proberen met het eten te spelen in plaats van het op te eten. En dat is prima! Het is juist een teken dat je baby bezig is met leren. Door je baby de controle te geven over het eten, leert hij niet alleen om zijn eigen honger en verzadiging te herkennen, maar ontwikkelt hij ook een gezonde relatie met eten. Dit gevoel van zelfstandigheid is een belangrijke basis voor zijn eetgedrag op de lange termijn.